Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

trazodon

Trazodon is een antidepressivum. Het beïnvloedt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Dit is een natuurlijk voorkomende stof die een rol speelt bij stemmingen en emoties.

Artsen schrijven het voor bij depressie en soms bij dementie en bij slapeloosheid bij posttraumatische stresstoornis (PTSS) of slapeloosheid in de palliatieve zorg (zorg in de laatste levensfase).

Wat doet trazodon en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen worden behandeld met psychotherapie (gesprekstherapie), met medicijnen, of een combinatie van beide. Uw arts zal met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn uw arts zal starten.
Uw arts schrijft trazodon soms voor als u naast depressieve gevoelens ook last heeft van slapeloosheid.

Werking
Het kan 2 tot 4 weken duren voordat u het effect van trazodon merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met dit medicijn. Meestal verminderen de bijwerkingen als u eraan gewend bent geraakt.
Nadat uw klachten zijn verbeterd, moet u trazodon nog minstens een half jaar doorgebruiken. U voorkomt hiermee dat de depressie terugkomt.

Lees meer over depressie . “

Dementie

Verschijnselen
Dementie is een sluipend proces van geleidelijke, onherstelbare achteruitgang van de hersenen. Hierdoor gaat onder andere het geheugen achteruit. Dit gaat verder dan gewone vergeetachtigheid. Vooral recente gebeurtenissen, maar ook gebeurtenissen van langer geleden worden vergeten.

Soms hebben mensen met dementie niet alleen last van ernstige geheugenstoornissen, maar zijn ze bijvoorbeeld ook erg onrustig, depressief of prikkelbaar.

Werking
Artsen schrijven trazodon soms voor bij mensen met dementie die depressief  zijn en ook andere klachten hebben, zoals onrust en prikkelbaarheid. Trazodon vermindert deze verschijnselen.

Lees meer over dementie . “

Slapeloosheid

Trazodon wordt gebruikt tegen ernstige slapeloosheid. Bijvoorbeeld bij de angststoornis posttraumatische stressstoornis (PTSS) of in de palliatieve zorg (zorg in de laatste levensfase).

Lees meer over slapeloosheid . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Ze treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daarvoor gevoelig zijn.

De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Sufheid, slaperigheid, vermoeidheid en een verminderd reactievermogen

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van processen op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, zuurbranden, zweertjes in de darm of slokdarm, en verstopping. Heeft u ooit een maag- of darmzweer gehad of een andere ernstige maag- of darmaandoening, zoals een maag- of darmbloeding? U heeft dan meer kans op bijwerkingen op maag en darmen. Overleg hierover met uw arts.

    U heeft minder last van misselijkheid als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Mogelijk schrijft uw arts behalve dit medicijn ook een maagbeschermend medicijn voor.

  • Na enkele maanden: gewichtstoename door meer eetlust

    Let daarom goed op wat en hoeveel u eet. Overleg eventueel met een diëtist. Gewichtstoename kan ook komen doordat uw lichaam meer vocht vasthoudt (oedeem). Dit merkt u aan dikke enkels en voeten. Raadpleeg dan uw arts.

  • Opvliegers, zeer zelden overmatig zweten

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, vooral als u opstaat uit bed of uit een stoel.

    Dit kan het gevolg zijn van een lagere bloeddruk. Meestal gaat de duizeligheid in enkele dagen of weken over, als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Als u na enkele weken nog steeds last heeft van duizeligheid bij opstaan, moet u uw arts raadplegen.

  • Verwardheid, onrust, nervositeit en angst. Zeer zelden levendiger dromen, nachtmerries, perioden van overdreven opgewektheid (manie) en waandenkbeelden.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Beven, trillen, spierkramp, doof en tintelend gevoel

  • Geheugenstoornissen, verminderde concentratie, gedesoriënteerd gevoel

  • Hoofdpijn

  • Smaakverlies, verlies van eetlust, gewichtsverlies

  • Droge mond, doordat u minder speeksel aanmaakt. In zeer zeldzame gevallen kunt u juist speekselvloed krijgen.

    Als u in het begin van de behandeling veel last heeft van een droge mond, kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes.

  • Wazig zien

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Spier- en gewrichtspijn en rugpijn

    Raadpleeg uw arts als last heeft van deze bijwerkingen.

  • Stuipen. Mensen met epilepsie hebben meer kans op een toeval.

  • Problemen met plassen. Zowel moeilijk kunnen plassen als incontinentie komen voor. Als u een vergrote prostaat hebt, kunt u eerder plasproblemen krijgen.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen. Een enkele keer ontstaat een langdurige en pijnlijke erectie.

    Als de erectie langer dan 4 uur duurt, moet u uw arts waarschuwen. Er bestaat dan een kleine kans op beschadiging van de penis.

  • Minder aanmaak van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. U merkt dit aan extreme vermoeidheid, bleke huid en slijmvliezen, meer infecties en bloedneuzen. Als u onverklaarbare koorts, keelpijn en blaasjes in de mond krijgt, moet u direct uw arts waarschuwen.

  • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten en vijandige gevoelens naar uzelf of anderen. Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord.

    Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 25 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen. Artsen schrijven dit middel daarom meestal niet aan hen voor.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.
    Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

  • Serotoninesyndroom. U kunt dit merken aan: trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

    Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
    Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze verschijnselen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

  • Maligne neurolepticasyndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, zeer stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten.

    Neem bij deze verschijnselen onmiddellijk contact op met uw arts.

  • Galstuwing door een verminderde werking van de lever. U merkt dit aan geelzucht, verlies van gewicht, jeuk, ontkleurde ontlasting en donkergekleurde urine. Waarschuw dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk en galbulten.

    Als blijkt dat u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor trazodon. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik trazodon gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld het reactievermogen versterken elkaar.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van trazodon vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch trazodon samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Trazodon kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u trazodon gaat gebruiken of als u stopt met het gebruik.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen het gaat. Uw arts en apotheker controleren of u trazodon veilig kunt gebruiken naast uw andere medicijnen.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Wilt u weten of u met dit medicijn mag autorijden? Beantwoord dan de vragen in het schema hieronder.

Let op: ook depressie of dementie kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Uitzondering: Heeft u dit medicijn minimaal 3 maanden in dezelfde dosering gebruikt? Dan mag u autorijden als het CBR u rijgeschikt verklaart. Overleg met uw arts of dit voor u geldt.

Voor meer algemene informatie kunt het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u gewend bent geraakt aan trazodon, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Weeg met uw arts de ernst van uw aandoening af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico’s zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Wel is bekend dat het kind ontwenningsverschijnselen kan krijgen na de geboorte. Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.

Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw aandoening niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt dan meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Heeft u een kinderwens? Overleg dan eerst met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven, waarmee meer ervaring is bij zwangeren.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een kleine hoeveelheid in de moedermelk terecht. Er zijn tot nu toe geen bijwerkingen bij het kind gemeld.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Wanneer? 
Verdeel de doses zo goed mogelijk over de dag. Als u dit medicijn één keer per dag inneemt, kunt u dat het beste doen ’s avonds voor u gaat slapen. Dan heeft u het minst last van de sufheid.

Hoelang?
Als u na 4 weken geen effect merkt, moet u met uw arts overleggen. Het kan zijn dat u onvoldoende op dit medicijn reageert en misschien meer baat zult vinden bij een ander middel. Nadat uw klachten zijn verbeterd, moet u het meestal 6 maanden of langer blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de depressiviteit terugkomt.

Gebruikt u trazodon bij slapeloosheid? Dan gebruikt u dit middel zolang als nodig is.