Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

spironolacton

Spironolacton is een kaliumsparend plasmiddel. Het gaat de werking van aldosteron tegen. Aldosteron is een lichaamseigen stof die door de bijnieren wordt gemaakt. Het drijft natrium uit en houdt kalium vast in het lichaam.

Artsen schrijven spironolacton voor bij bepaalde vormen van hoge bloeddruk, bij hartfalen, oedeem, nierziekten en bij overmatige haargroei.

Wat doet spironolacton en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Spironolacton wordt gebruikt bij verhoogde bloeddruk die wordt veroorzaakt door de zeldzame aandoening hyperaldosteronisme (ziekte van Conn).

Ziekte van Conn
Bij de ziekte van Conn produceert de bijnierschors te veel van het hormoon aldosteron. Dit lichaamseigen hormoon regelt de hoeveelheid natrium (keukenzout) en kalium in het bloed. Als er te veel aldosteron is (hyperaldosteronisme), houdt het lichaam extra zout en water vast en verliest het te veel kalium. Het gevolg is een verhoogde bloeddruk. Ook wordt de nierwerking slechter.

Mensen met de ziekte van Conn hebben behalve een hoge bloeddruk ook last van veel dorst, veel plassen, spierkrampen en spierzwakte.

De verhoogde aldosteron-aanmaak door de bijnier kan komen door een tumor in de bijnier. Soms zijn beide bijnieren vergroot en produceren ze te veel aldosteron.

De normaal toegepaste bloeddrukverlagende medicijnen werken bij de ziekte van Conn niet. Als een tumor de oorzaak is, kan met een operatie de tumor worden verwijderd. Als een operatie niet mogelijk is, schrijven artsen spironolacton voor.

Andere vormen van hoge bloeddruk
Spironolacton wordt soms ook gebruikt bij andere vormen van hoge bloeddruk, in combinatie met andere plasmiddelen.

Verschijnselen 
Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier in het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte. Maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten. Als de bloeddruk verhoogd is, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten. Beschadigde bloedvaten geven kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen.

Werking
Bij hoge bloeddruk schrijven artsen eerst meestal een plasmiddel voor. Als dit niet voldoende helpt kan de arts bovendien een ander medicijn voorschrijven. Zoals een bètablokker of een ACE-remmer. Mensen die met een plasmiddel hun bloeddruk hebben verlaagd, blijken minder vaak te overlijden aan een beroerte of aan een hartziekte.

Als bijwerking van de meeste plasmiddelen kan een kaliumtekort in het bloed ontstaan. Dit kan een nadeel zijn voor mensen die digoxine gebruiken, hartritmestoornissen hebben of een andere hartaandoening hebben. Als er een kaliumtekort ontstaat, schrijft de arts ook een kaliumsparend plasmiddel voor, zoals spironolacton.

Effect
Zelf merkt u niet veel van de kaliumsparende werking van dit medicijn. Heeft u last heeft van hartkloppingen door kaliumtekort? Dan kunt u binnen een paar dagen tot weken merken dat u hier minder last van heeft. Maar meestal weet u pas of het werkt na bloedonderzoek. Toch is het belangrijk dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen zo kunt u een kaliumtekort voorkomen.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Hartfalen

Verschijnselen
Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent sneller moe en kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

Oorzaak
Oorzaken voor hartfalen kunnen zijn een hoge bloeddruk die al lang bestaat, hartklepgebreken of vernauwing in de kransslagader. Ook hartritmestoornissen of een hartinfarct kunnen oorzaken zijn.

Werking
Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het te veel aan vocht afgevoerd via de plas. Er blijft minder vocht achter in de vaten. Daardoor hoeft het hart minder hard te werken. De pompkracht van het hart neemt daardoor toe.

Ook door een zoutarm dieet te volgen kunt u de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren.

Verder heeft spironolacton nog een extra werking bij hartfalen: het remt het lichaamseigen hormoon aldosteron. Dit heeft een gunstig effect bij hartfalen.
Ten slotte maakt dit medicijn de wand van het hart minder stijf, waardoor de hartspier soepel blijft.

Behandeling
Bij hartfalen zal de arts vooral de oorzaken behandelen, zoals een hoge bloeddruk of een slechte hartklep. Ook medicijnen spelen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plasmiddelen en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers. Artsen schrijven ook spironolacton voor bij ernstig hartfalen. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart.

Bij mensen met hartfalen, die met geneesmiddelen de pompkracht van hun hart hebben verbeterd, is de kans om aan een hartziekte te overlijden kleiner.

Effect
De werking begint binnen twee tot drie dagen en duurt een paar dagen. Een gunstig effect bij hartfalen is na een paar weken te merken. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

Lees meer over hartfalen . “

Oedeem

Verschijnselen
Het lichaam kan vocht vasthouden bij een verminderde pompkracht van het hart (hartfalen), een verminderde nierwerking, levercirrose (een chronische leverziekte). Of bij het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bijnierschorshormonen of vrouwelijke geslachtshormonen.

Het vocht kan zich ophopen op plaatsen waar het normaal niet of nauwelijks aanwezig is. Dit heet oedeem. Dit merkt u het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. U merkt dan dat u benauwd bent en sneller moe wordt.

Werking
Door dit medicijn scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee. Hierdoor wordt het te veel aan vocht afgevoerd via de plas. U merkt dit doordat u vaker moet plassen. Hierdoor krimpt het oedeem en dikke enkels en voeten verdwijnen. Ook de benauwdheid neemt af.

Ook door een zoutarm dieet te volgen kunt u ook de hoeveelheid vocht in uw bloed laten dalen. Uw huisarts of diëtist kan u hierover adviseren.

Artsen schrijven naast een plasmiddel ook dit kaliumsparende medicijn voor, als er een kans op een kaliumtekort bestaat. Dit is met name van belang voor mensen die digoxine gebruiken (een hartmedicijn), hartritmestoornissen hebben of een andere hartziekte. Door een kaliumtekort kunnen namelijk bijwerkingen op het hart, zoals hartritmestoornissen ontstaan.

Effect
Zelf merkt u niet veel van de kaliumsparende werking van dit medicijn. Heeft u last heeft van hartkloppingen door kaliumtekort? Dan kunt u binnen een paar dagen tot weken merken dat u hier minder last van heeft. Maar meestal weet u pas of het werkt na bloedonderzoek.

Toch is het belangrijk  dit medicijn elke dag in te nemen. Alleen zo kunt u een kaliumtekort voorkomen.

Lees meer over oedeem . “

Nierziekten

Spironolacton wordt toegepast bij het nefrotisch syndroom. Dit is een aandoening waarbij het lichaam te veel eiwitten met de urine uitscheidt. Het komt vooral bij kinderen voor. Spironolacton wordt ook toegepast bij tubulusnierfunctiestoornissen.

Verschijnselen
Bij het nefrotisch syndroom kunt u vochtophopingen krijgen op plaatsen waar dat niet normaal is. Vooral in de enkels en in het gezicht rond de ogen. Daarnaast schuimt de plas vanwege de eiwitten die erin zitten. En kan het kind last krijgen van vermoeidheid en buikpijn.

Oorzaak
De nieren filtreren afvalstoffen uit het bloed, zodat deze via de urine het lichaam kunnen verlaten. Eiwitten mogen het lichaam niet verlaten, want zij zijn een waardevolle bouwstof.

Bij nefrotisch syndroom zijn de nierfilters echter doorlaatbaar voor eiwit. Het lichaam verliest dan te veel eiwit met de plas. Als dit eiwitverlies veel is en lang duurt, is dit een ernstige situatie.

Er zijn verschillende oorzaken voor nefrotisch syndroom: een ontsteking van de niercellen, een aangeboren afwijking, maar vaak blijft de oorzaak onbekend.

Behandeling
Als de oorzaak een ontsteking is van de niercellen schrijven artsen meestal een middel tegen ontstekingen voor, zoals prednisolon. De vochtophopingen worden bestreden met plasmiddelen, zoals thiazide-plasmiddelen. Werken deze onvoldoende? Of ontstaat er een kaliumtekort door het plasmiddel? Dan kan de arts spironolacton erbij voorschrijven.

Werking
Dit medicijn vermindert vochtophopingen bij het nefrotisch syndroom. Daarnaast vermindert het kaliumtekort door andere plasmiddelen. De werking begint binnen 2 tot 3 dagen en duurt een paar dagen.

Bij nefrotisch syndroom merkt u na een paar weken of het goed werkt. U merkt dan dat u minder last heeft van vochtophopingen, vermoeidheid en buikpijn.

Lees meer over nierziekten . “

Overmatige haargroei

Verschijnselen
Onder invloed van geslachtshormonen met een androgene (mannelijke) werking kan bij vrouwen haargroei ontstaan. Op de borst, bovenbenen, bovenlip, kin en wangen.

Behandeling
Spironolacton gaat de werking van mannelijke geslachtshormonen tegen.

Effect
Na een paar maanden gebruik kunt u merken dat de haargroei minder wordt.

Lees meer over overmatige haargroei . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en zeer zelden duizeligheid en een gevoel van zwakte.

    Deze bijwerkingen gaan meestal over als uw lichaam aan het medicijn gewend is. Als u na een paar weken nog steeds last hiervan heeft, moet u uw arts raadplegen.

  • Bij de man: borstvorming, minder zin in vrijen, impotentie.

  • Bij de vrouw: menstruatiestoornissen, pijnlijke borsten, blijvende stemverlaging.

    Deze bijwerkingen zijn een gevolg van de verstoring van de balans tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Als u last heeft van deze bijwerkingen, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Te veel aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit meestal zelf niet op. Een enkele keer kunt u hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen.

    Een te hoog kaliumgehalte kan met name ontstaan als uw nieren minder goed werken. Of als u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft, die niet goed onder controle is met dieet of medicijnen. Uw arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree.

    Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

  • Doof of tintelend gevoel in de ledematen.

    Als u deze bijwerkingen opmerkt, neem dan contact op met uw arts of apotheker.

  • Tekort aan natrium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid en een verminderde eetlust. Vrouwen en oudere mensen hebben hier meer kans op. Ook bij diarree of braken is de kans op een tekort aan natrium groter.

    Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Meestal ontstaat dit natriumtekort tijdens de eerste weken van gebruik. Uw arts zal daarom vaak in het begin de hoeveelheid natrium in uw bloed controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neem dan contact op met uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Beschadiging van de maag of darmen. Dit merkt u door bloed bij de ontlasting of een zwarte, teerachtige ontlasting.

    Stop dan met het gebruik en neem contact op met een arts. Deze bijwerking komt vaker voor bij gebruik van hoge doseringen. Of als u tegelijk andere medicijnen gebruikt die de maag kunnen beschadigen, zoals pijnstillers van het NSAID-type. Wanneer de klachten blijven of terugkomen, neem dan contact op met uw arts.

  • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen.

    U heeft minder traanvocht en speeksel door dit middel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medcijn geschikter voor u.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts en huiduitslag. Raadpleeg in alle gevallen uw arts. U mag dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor spironolacton. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Een verminderde nierwerking na meer maanden gebruik.

    Meestal merkt u dit niet zelf op. Maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierfunctie regelmatig controleren.

  • Ontsteking van de lever en bloedafwijkingen. Waarschuw direct een arts bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik en bij geelzucht. En bij onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel.

  • Huidafwijkingen, zoals bruine vlekken op de huid of roodheid van de huid.

    Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts.

  • Haaruitval

    Overleg met uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Kan een aanval van acute porfyrie uitlokken. Acute porfyrie is een stofwisselingsziekte waarbij u aanvallen krijgt van buikpijn, overgeven, koorts en hartkloppingen.

    Heeft u acute porfyrie? Geef dit dan door aan uw apotheek. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik spironolacton gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • De hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep angiotensine-II-blokkers. Bij combinatie met spironolacton kan het kaliumgehalte te hoog worden. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • Kaliumzout. Dit medicijn wordt soms gegeven aan mensen die een extreem lage hoeveelheid kalium in hun bloed hebben. Het zit ook in ‘zeezout` of ‘dieetzout`. De combinatie van de kaliumspaarder spironolacton met kaliumzout kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken, als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • De antibiotica co-trimoxazol (trimethoprim/sulfamethoxazol) en trimethoprim. De combinatie kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog maken. U merkt dit aan een onregelmatige hartslag, gevoelloosheid of vreemd gevoel in de armen of benen. Of aan lusteloosheid, verwardheid en zwakte. Raadpleeg bij een of meer van deze verschijnselen uw arts.U kunt de combinatie veilig gebruiken als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Deze pijnstillers kunnen het effect van spironolacton verminderen. Gebruik deze pijnstillers daarom alleen als uw arts u dit heeft geadviseerd of het heeft voorgeschreven. Merkt u bij gebruik van deze pijnstillers samen met spironolacton dat uw enkels of voeten dikker worden, of bent u weer sneller kortademig? Neem dan contact op met uw arts. Ook kunnen deze pijnstillers de beschadigende werking van spironolacton op de maag of darmen versterken. Dit merkt u door bloed bij de ontlasting of een zwarte, teerachtige ontlasting. Heeft u hier last van? Stop dan met het gebruik en neem contact op met uw arts.
  • Mitotaan, een medicijn dat de werking van de bijnierschors remt. Spironolacton kan de werking van dit medicijn tegengaan. Overleg hierover met uw arts. Als u toch de combinatie moet gebruiken moet de arts het effect van mitotaan nauwkeurig controleren.
  • Mannelijke geslachtshormonen, zoals androstanolon, nandrolon, prasteron of testosteron. Spironolacton kan de werking van deze medicijnen tegengaan. Of mogelijk werkt spironolacton juist minder goed. Overleg hierover met uw arts. Uw arts schrijft mogelijk een ander medicijn voor.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
De eerste dagen dat u dit medicijn gebruikt, kunt u wat duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na een paar dagen is dit meestal weer over en is autorijden geen probleem. Als u duizelig blijft: neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Alcohol kan de duizeligheid in het begin van de behandeling versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate. U kunt zelf inschatten of u hier veel last van krijgt.

Gebruikt u dit middel gebruikt voor oedeem? Te veel alcoholgebruik kan klachten als benauwdheid en vocht vasthouden erger maken.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Het is mogelijk schadelijk voor de baby. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. U zult (tijdelijk) moeten overstappen op een ander veilig medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk. Dit is waarschijnlijk niet schadelijk voor de baby. Wel kan de hoeveelheid moedermelk door dit medicijn afnemen.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de goede dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Tabletten: de tabletten innemen met een beetje water of andere vloeistof.
  • Drank: meet de drank af met de bijgeleverde maatlepel, doseerspuit of maatbeker.

Wanneer?
U kunt het medicijn het best met wat voedsel innemen. U heeft dan de minste kans op maagdarmklachten.

  • Als u het medicijn 1 keer per dag moet gebruiken: ’s ochtends bij het ontbijt.
  • Als u het medicijn 2 keer per dag moet gebruiken: ’s ochtends bij het ontbijt en ’s avonds bij het eten.
  • Als u het medicijn 3 keer per dag moet gebruiken: ’s ochtends bij het ontbijt, ’s middags bij de lunch en ’s avonds bij het eten.

Hoe lang?

  • Hoge bloeddruk: een behandeling voor hoge bloeddruk duurt meestal lang. Als u spironolacton krijgt in combinatie met een ander plasmiddel, moet u meestal beide medicijnen blijven slikken. Maar het kan zijn dat het kaliumgehalte in uw bloed weer normaal wordt. Dan zal de arts proberen of het ook normaal blijft zonder spironolacton.
  • Hartfalen: een behandeling voor hartfalen duurt meestal lang.
  • Oedeem: hoe lang u dit medicijn moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van het oedeem. Als u spironolacton krijgt in combinatie met een ander plasmiddel, moet u meestal beide medicijnen blijven slikken. Maar het kan zijn dat het kaliumgehalte in uw bloed weer normaal wordt. Dan zal de arts proberen of het ook normaal blijft zonder spironolacton.
  • Nierziekten: de behandeling duurt meestal zo lang de nierziekte duurt. Soms duurt het een paar maanden tot jaren, soms levenslang.
  • Overmatige haargroei: een behandeling duurt meestal 6 tot 9 maanden. Als de klachten minder worden moet u de dosering langzaam verminderen.