Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

piritramide

Piritramide is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterk pijnstillende werking.

Artsen schrijven het voor bij hevige pijn, zoals tijdens en na een operatie.

Wat doet piritramide en waarbij gebruik ik het?

Pijn

Oorzaak
Een beschadigd deel van het lichaam stuurt via gevoelszenuwen een ‘bericht’ aan de hersenen. De hersenen reageren hierop door beweging, bijvoorbeeld de handen weg te trekken van een hittebron, en met emoties, zoals angst. In veel situaties zijn deze reacties nuttig, maar bij ziekte, operaties en eerdere verwondingen is dat vaak niet meer zo.

Pijnbestrijding
Pijnbestrijding gaat meestal via een stappenplan. Paracetamol vormt hierin de eerste stap. In de meeste gevallen is paracetamol de veiligste manier om pijn te bestrijden. Dit heeft de minste bijwerkingen en werkt meestal goed.  In sommige gevallen werkt een ontstekingsremmende pijnstiller beter, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Als deze niet voldoende (meer) werken, schrijft de arts morfineachtige pijnstillers (opiaten) voor. Deze hebben een sterke pijnstillende werking. Als eerste stap schrijft de arts een zwak werkend morfineachtige pijnstiller voor, zoals tramadol. Als dit niet voldoende (meer) werkt, schrijft de arts sterkwerkende morfineachtige pijnstillers voor, zoals morfine en fentanyl.

Als heftige pijn wordt verwacht, zoals tijdens en na sommige operaties, zal de arts meteen een sterke pijnstiller voorschrijven, zoals piritramide. Dit wordt dan na enkele dagen afgebouwd en vervangen door een minder sterke pijnstiller.

Werking
Piritramide zorgt ervoor dat het ‘bericht’ in de hersenen niet of minder sterk aankomt. Hierdoor voelt u de pijn minder en reageert u er rustiger op.

Effect
Hoe snel dit medicijn werkt hangt af hoe u het binnenkrijgt:

  • injectie in een ader: dit werkt binnen 1-2 minuten.
  • injectie onder de huid en diep in een spier: dit werkt binnen 15 tot 20 minuten en blijft meestal 4 tot 6 uur werken. 
Lees meer over pijn . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Versnelde hartslag

    Uw hart klopt sneller dan normaal. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Verlaagde bloeddruk

    Soms kunt u dit merken aan duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als u na een paar dagen gewend bent aan dit medicijn. Voelt u zich duizelig? Sta dan niet te snel op uit het bed of van een stoel. U kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Bespreek het met uw arts als u hier last van blijft houden.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en braken. 

    Meestal gaan deze bijwerkingen over als uw lichaam aan dit medicijn gewend is. Heeft u na enkele weken nog steeds last? Raadpleeg dan uw arts.

  • Sufheid, slaperigheid, (draai)duizeligheid en trager reageren (verminderd reactievermogen). 

    Hierdoor heeft u een grote kans op ongelukken. Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of op uw werk, zoals het bedienen van apparaten of bij bewakings- en controlewerkzaamheden. Maar u heeft bijvoorbeeld ook meer kans te vallen als u 's nachts uit bed moet om naar het toilet te gaan.

  • Niet kunnen bewegen

     

    U beweegt en praat niet meer. U bent nog wel bij bewustzijn. 

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Zweten

    Meestal gaat deze bijwerking over als u na enkele dagen aan dit medicijn gewend bent geraakt.

  • Verminderde ademhaling

    Neem contact op met uw arts, als uw ademhaling heel langzaam en oppervlakkig wordt.

  • Afhankelijkheid

    In zeer zeldzame gevallen kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen als u stopt met het gebruik. Bij kortdurend gebruik is de kans hierop zeer klein. Mensen die dit middel langdurig gebruiken hebben hier wel een grote kans op. Bouw daarom altijd langzaam af.  

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwdheid, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerstehulpdienst. Als u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u piritramide niet opnieuw krijgt.

  • Moeilijk kunnen plassen

    Dit is vooral belangrijk als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat. Neem contact op met uw arts als u problemen krijgt met plassen.

  • Slaap-apneu, een kortdurende periode van ademstilstand tijdens de slaap. 

    Dit medicijn kan slaap-apneu veroorzaken. Als u al eerder last van slaap-apneu heeft gehad, kunt u hier meer last van krijgen. Neem contact op met uw arts als u merkt dat u nachtelijke aanvallen van stokkende ademhaling heeft of wanneer deze verergeren.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik piritramide gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in de bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u 2 of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.

De volgende medicijnen zorgen ervoor dat piritramide minder goed werkt.

  • Naltrexon en naloxon. Deze medicijnen gaan de werking tegen van piritramide en andere morfine-achtige pijnstillers. Het kan juist om deze reden worden gebruikt. Naltrexon en naloxon worden ook gebruikt bij mensen die alcoholverslaafd zijn. Mensen die het om die reden gebruiken, moeten er rekening mee houden dat morfineachtige pijnstillers bij hen minder werkzaam zijn. Als u al piritramide gebruikt en u krijgt naltrexon of naloxon erbij, kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen.
  • Nalmefeen, een medicijn tegen alcoholverslaving. Dit medicijn maakt morfineachtige pijnstillers minder werkzaam. Als u al piritramide gebruikt en u krijgt nalmefeen erbij kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Overleg hierover met uw arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden? 
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals slaperig zijn.

U mag vanaf 3 dagen (72 uur) na de laatste inname weer autorijden. Meestal heeft dit medicijn dan geen invloed meer op het autorijden. Heeft u piritramide bijvoorbeeld op dinsdag om 8 uur in de ochtend ingenomen? Dan mag u vrijdag na 8 uur in de ochtend weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden

alcohol drinken?
Drink minder alcohol of drink het liever niet. Door dit medicijn reageert u veel sterker op alcohol dan u gewend bent. Ook maakt alcohol de bijwerkingen van dit medicijn sterker. U kunt daardoor extra suf en slaperig zijn.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is onvoldoende bekend om zeker te weten of het veilig is. Weeg daarom samen met uw arts de ernst van uw klachten af tegen het risico voor het kind.

Gebruik dit medicijn NIET vlak voor de bevalling. Bij gebruik vlak voor de bevalling kan uw kind na de geboorte moeite hebben met ademhalen. Bovendien kunnen bij gebruik in de laatste 3 maanden van de zwangerschap ontwenningsverschijnselen bij de baby ontstaan.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Uw arts of verpleegkundige geeft u dit medicijn via een injectie vlak onder uw huid, in uw spier of ader.

Wanneer? Hoelang?
Meestal krijgt u dit medicijn vlak voor, tijdens of vlak na een operatie en u gebruikt dit medicijn alleen voor een korte periode.