Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

meningokokken-ACWY-vaccin

Meningokokken-ACWY-vaccin bevat onderdelen van verschillende soorten dode meningokokkenbacteriën, namelijk de soorten A, C, W en Y.

Het beschermt tegen een infectie met deze bacteriën, zoals bepaalde vormen van hersenvliesontsteking.

Het wordt geven als vaccinatie aan mensen bij wie deze infectie zeer ernstig kan verlopen. En aan reizigers die naar gebieden gaan waar deze typen vaker voorkomen (zoals bij reizigers naar Mekka).

Het is ook een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Zie hiervoor de tekst meningokokken-ACWY-vaccin bij kinderen.

Wat doet meningokokken-ACWY-vaccin en waarbij gebruik ik het?

Infecties met bacteriën

Er zijn verschillende soorten meningokokkenbacteriën, namelijk types A, C, W en Y. Deze meningokokkenbacteriën kunnen ziektes veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking. Deze ziekte kan voor bepaalde mensen zeer ernstig verlopen.

U kunt tegen een meningokokken-ACWY-infectie worden gevaccineerd met een injectie.

Werking
Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de bacterie. Als u later in aanraking komt met levende meningkokken-ACWY-bacteriën, dan kan uw lichaam ze goed bestrijden.

Effect
Dit vaccin beschermt u minimaal 5 jaar tegen infectie met meningokokkenbacteriën.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Hersenvliesontsteking

Dit vaccin voorkomt hersenvliesontsteking door meningokokken A, C, W en Y. Andere namen voor hersenvliesontsteking zijn meningitis of nekkramp.

Verschijnselen
Verschijnselen van hersenvliesontsteking zijn koorts, spierpijn, koude rillingen, hoofdpijn, misselijk zijn, in de war zijn, overgevoelig zijn voor licht en geluid, lusteloos zijn en pijnlijke gewrichten. Vaak krijgt u een stijve nek, waardoor u de kin niet meer op de borst kunt leggen.

In sommige gevallen kunnen kleine huidbloedinkjes (paarsrode vlekjes) ontstaan. Deze paarsrode vlekjes verdwijnen niet als je erop drukt. De vlekjes ontstaan als de bacterie in het bloed terechtkomt en daar gaat groeien. Dit is een zeer ernstige situatie. Als uw huisarts denkt dat u een hersenvliesontsteking heeft, dan moet u meteen naar het ziekenhuis.

Oorzaak
Hersenvliesontsteking is een ontsteking van de vliezen rond de hersenen door bepaalde virussen of bacteriën. Het wordt door verschillende soorten bacteriën veroorzaakt, zoals Haemophilus influenzae B (Hib), meningokokken groep B, C en W en pneumokokken. Hersenvliesontsteking door meningokokken komt vooral voor bij kinderen onder de 5 jaar, maar kan soms ook bij volwassenen voorkomen. Meningokokken leven in de neus en de keel. Ze kunnen zich verspreiden van mens tot mens door bijvoorbeeld hoesten, niezen of door te zoenen. Gelukkig wordt slechts een klein deel van de besmette personen ziek.

Bij sommige mensen kan een hersenvliesontsteking zeer ernstig verlopen. Daarom worden deze mensen gevaccineerd tegen meningokokken.

Kinderen worden via het Rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen Hib, pneumokokken en tegen meningokokken A, C, W en Y. Zie voor meer informatie de tekst Meningokokken-ACWY-vaccin bij kinderen

Lees meer over hersenvliesontsteking . “

Vaccinaties

Rijksvaccinatieprogramma 
Kinderen kunnen ernstig ziek worden bij een infectie met meningokokken-ACWY. Daarom is meningokokken-ACWY-vaccin een onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. Zie voor meer informatie de tekst Meningokokken-ACWY-vaccin bij kinderen.

Vaccinatie van risicogroepen
Mensen die extra kans lopen op een infectie met meningokokken kunnen met een injectie worden gevaccineerd. Ook mensen die geen bescherming (meer) hebben van eerdere vaccinaties kunnen een injectie krijgen. Zoals:

  • mensen die geen milt (meer) hebben, of met een slecht functionerende milt;
  • sommige mensen met een lage afweer;
  • reizigers naar gebieden (zoals Mekka) waar deze ziektes vaak voorkomen.

Mensen uit de risicogroepen krijgen meestal elke 5 jaar een nieuwe injectie.

Lees meer over vaccinaties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende. De bijwerkingen treden vaak op binnen enkele uren na de injectie.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de plaats van de injectie, soms met rode huid, zwelling, jeuk of harde plek onder de huid.

  • Ziek, zwak of moe gevoel

  • Griepachtige klachten zoals hoofdpijn, koorts, rillingen, gewrichtspijn, spierpijn in de armen of benen, en misselijk zijn. En zelden diarree en braken.

    Deze klachten duren meestal niet langer dan 1 tot 2 dagen. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Huiduitslag. Meestal is dit onschuldig, maar neem bij ernstige jeukende huiduitslag contact op met uw arts.

    U kunt misschien overgevoelig zijn voor het vaccin. U merkt dat aan huiduitslag galbulten of jeuk. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking met blaren op de huid. Waarschuw dan meteen uw arts. In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Jeuk en vetophoping op de plaats van de injectie

  • Duizelig gevoel en flauwvallen. Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie.

    Dit komt meestal doordat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie, zodat u de volgende vaccinatie zittend of liggend kunt krijgen.

  • Stuipen, soms met koorts. Waarschuw dan uw arts.

  • Blauw-rode verkleuring van de benen, enkele uren na de injectie. Dit gaat vanzelf over.

  • Veel zweten, blozen en draaiduizeligheid

  • Pijn in de oksel

  • Maagpijn

  • Pijn in de armen of benen

  • Gezwollen lymfeklieren

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik meningokokken-ACWY-vaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

Het vaccin werkt minder goed door de onderstaande medicijnen. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen, zoals dexamethason, betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Medicijnen die het afweer onderdrukken, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus. Deze medicijnen worden bijvoorbeeld gebruikt bij reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit vaccin veilig gebruiken tijdens de zwangerschap of als u borstvoeding geeft. Er is redelijk veel ervaring met gebruik van dit vaccin door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Uw arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm.

Wanneer?
Volwassenen hebben genoeg aan één injectie.