Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

lopinavir met ritonavir

Lopinavir en ritonavir zijn virusremmers. Ze remmen de groei van het virus dat hiv veroorzaakt.

Artsen schrijven het voor bij hiv en aids.

Wat doet lopinavir met ritonavir en waarbij gebruik ik het?

Hiv

Oorzaak
Hiv is een virusinfectie die de witte bloedcellen aantast. Deze bloedcellen zijn nodig voor de afweer tegen infecties. Hoe meer virussen er komen, hoe meer de afweer achteruitgaat.

Infecties met hiv krijgt men door contact met besmet bloed, sperma, vaginavocht of moedermelk.

Verschijnselen
Mensen die besmet raken met hiv krijgen meestal binnen enkele dagen tot weken klachten die lijken op een flinke griep. Deze gaan vanzelf weer over.

Pas 2 tot 11 jaar later ontstaan ernstige klachten, zoals lymfeklierzwellingen, moeheid, koorts en gewichtsverlies. In de tussenliggende periode zijn er geen klachten, maar is het virus wel aanwezig en kan men anderen besmetten. Deze mensen worden hiv-positief of sero-positief genoemd.

Later kunnen er infecties ontstaan die bij gezonde mensen niet voorkomen. De ziekte noemt men dan aids. Nog later kunnen er tumoren en vormen van kanker ontstaan.
 

Werking
Het virus dat hiv veroorzaakt stimuleert onze lichaamscellen om nieuwe hiv-virussen aan te maken. Deze virussen kunnen weer andere gezonde cellen aantasten. Daarvoor is het enzym protease nodig. Lopinavir en ritonavir remmen dit enzym en voorkomen zo dat nieuwe virussen worden gemaakt.

Lopinavir en ritonavir kunnen het virus niet volledig laten verdwijnen. Wel kan het de hoeveelheid virus in het bloed drastisch verlagen. Hierdoor neemt het aantal witte bloedcellen toe en komt de afweer weer op peil.

Omdat het virus snel geneigd is ongevoelig (resistent) te worden, kan het alleen in combinatie met andere hiv-remmers worden toegepast.
 

Behandeling
Hiv-positieve mensen starten in het algemeen met de behandeling als ze klachten krijgen of als de hoeveelheid witte bloedcellen beneden een bepaald minimum komt. Gebruikelijk is daarvoor een combinatie van minimaal 3 medicijnen te kiezen. Mocht deze combinatie onvoldoende effectief worden, dan kan men overschakelen op een combinatie van drie niet eerder gebruikte medicijnen, waarvoor het virus nog wel gevoelig is.

De behandeling noemt men geslaagd, als:

  • de klachten verminderen;
  • de afweer toeneemt;
  • de hoeveelheid virus in het bloed binnen een half jaar niet meer is te meten;
  • de bijwerkingen van de hiv-remmers geen al te grote inbreuk op de kwaliteit van leven hebben.
Lees meer over hiv . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid, braken, buikpijn en winderigheid.

  • Luchtweginfectie, keelpijn, keelontsteking en hoesten.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid, zwak gevoel

  • Hoofdpijn, migraine en duizeligheid.

  • Tekorten aan bepaalde bloedcellen. Waarschuw uw arts bij een of meer van de volgende verschijnselen: onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel of neusbloedingen. Patiënten met een verhoogde bloedingsneiging (hemofiliepatienten) kunnen eerder bloedingen krijgen.

    Om deze klachten te voorkomen zal uw arts regelmatig uw bloed controleren. 

  • Verminderde of juist toegenomen eetlust, gewichtsafname of juist gewichtstoename.

  • Spier- en gewrichtspijn.

    In zeer zeldzame gevallen kan dit medicijn de spieren aantasten, waardoor ook een nieraandoening kan ontstaan. Neem bij onverklaarbare spierpijn contact op met uw arts. Raadpleeg ook uw arts als uw gewrichten pijnlijk of stijf worden, of als u ze moeilijk kunt bewegen.

  • Zenuwbeschadiging, te merken aan een doof of tintelend gevoel van de huid.

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

  • Te veel vet en cholesterol in het bloed, waardoor de kans op hart- en vaatziekten groter wordt.

    Als u al een te hoog cholesterol en/of vetgehalte in uw bloed heeft, zal uw arts u daar extra op controleren.

  • Bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, kunnen verschijnselen van diabetes(suikerziekte) ontstaan. Zij merken dit doordat zij veel dorst krijgen en veel moeten plassen. 

    Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of lucoseverlagers nodig hebben. Meet extra vaak uw bloedglucose.

  • Psychische klachten, zoals abnormale dromen, slapeloosheid of angst.

    Raadpleeg uw arts als u deze klachten bemerkt.

  • Bij vrouwen: menstruatiestoornissen, zoals meer bloedverlies tijdens de menstruatie of het wegblijven van de menstruatie.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Seksuele klachten, zoals impotentie en minder zin in vrijen.

  • Leveraandoeningen of een ontsteking van de alvleesklier. Bij pijn in de bovenbuik, een gele verkleuring van de ogen, ontkleurde ontlasting of zeer donkere urine moet u de arts waarschuwen.

    Als u al een leveraandoening heeft, zal de arts extra goed controleren of een ander medicijn voorschrijven. Overleg met uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Haaruitval

  • Oorsuizen en stoornissen in het gezichtsvermogen.

  • Hartkloppingen, hart- en vaataandoeningen, zoals hoge bloeddruk, bloedvatontsteking, spataderen en vasthouden van vocht (oedeem).

    Zeer zelden kan ook een hartaanval of beroerte ontstaan. Raadpleeg uw arts bij pijn op de borst, uitvalsverschijnselen zoals een hangende mond of niet meer kunnen bewegen van bepaalde lichaamsdelen.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op.

    Gebruik dit medicijn niet als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

  • Aandoening van de blaas of nieren. U merkt dat aan troebele urine, bloed in de urine, koorts of misselijkheid.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Een heel enkele keer ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan blaarvorming op de huid, in de mond of op de geslachtsdelen, zwelling in het gezicht, ontstoken ogen of koorts. Waarschuw altijd een arts zodra u huiduitslag of koorts bemerkt. Ga bij ernstige verschijnselen direct naar een arts of Eerste Hulpdienst.
    Als u overgevoelig blijkt te zijn, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor lopinavir met ritonavir. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik lopinavir met ritonavir gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft met veel andere medicijnen wisselwerkingen. Het remt de afbraak van veel medicijnen in het lichaam, waardoor deze medicijnen meer bijwerkingen kunnen hebben. Ook kunnen veel medicijnen de werking van dit medicijn verminderen, waardoor de werkzaamheid afneemt en het virus aanwezig blijft.

Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Uw arts en apotheker controleren of u dit medicijn veilig kunt gebruiken naast uw andere medicijnen. Zorg er daarom voor dat uw arts en apotheker op de hoogte zijn van alle medicijnen die u gebruikt. Ook de medicijnen die u zonder recept koopt.

Ook kan uw apotheker u precies vertellen hoeveel tijd er tussen de verschillende medicijnen moet zijn en voor u een innameschema maken. Wordt het innameschema in uw situatie te lastig, overleg dan met uw arts. Misschien kan deze één van de medicijnen vervangen door een medicijn dat u wel samen mag gebruiken.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alcohol drinken?
Te veel alcohol is niet goed voor de lever. Lopinavir met ritonavir geeft in zeldzame gevallen leverafwijkingen. Drink geen alcohol of hooguit 1 glas per dag en drink in ieder geval 2 dagen per week niet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg hierover met uw arts. Tijdens de zwangerschap moet u hiv-middelen blijven gebruiken. Want tijdens de zwangerschap is het extra belangrijk dat de hoeveelheid virus in uw bloed erg laag is. Dit verkleint namelijk het risico dat de baby besmet raakt met hiv.

Overleg ook met uw arts of uw hiv-behandeling geschikt is tijdens de zwangerschap. Soms moet de dosering worden aangepast. Of moet u andere hiv-middelen gebruiken.

Let op: de drank bevat 40% alcohol en is om die reden niet geschikt voor gebruik tijdens de zwangerschap.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u hiv heeft. Het virus kan namelijk via de moedermelk de baby besmetten. Overleg hierover met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Tabletten: heel doorslikken zonder te kauwen, te breken of fijn te maken. Tabletten kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Drank: meet de hoeveelheid drank af met behulp van de bijgeleverde doseerspuit. Altijd met wat voedsel innemen. Bewaar de ongeopende verpakkingen drank in de koelkast. Zodra u een verpakking aanbreekt en deze buiten de koelkast bewaart, is de houdbaarheid maximaal 6 weken.

Wanneer?
Neem de drank in tijdens het eten of met wat voedsel. Het voedsel zorgt voor een betere opname in het lichaam.

U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag
Kies vaste tijdstippen met 12 uur ertussen, bijvoorbeeld tijdens het ontbijt om 07.00 uur en tijdens het avondeten om 19.00 uur.

Slikschema: u gebruikt dit medicijn meestal in combinatie met andere hiv-remmers. Het is belangrijk een duidelijk slikschema te vragen, zodat u weet wanneer u welke medicijnen moet gebruiken.

Hoe lang?
Meestal gebruikt u hiv-remmers jaren achtereen, omdat het virus nooit volledig is uit te bannen.