Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

DTP-vaccin

Het DTP-vaccin bevat onschadelijk gemaakte gifstoffen van de difterie- en tetanusbacteriën en onschadelijk gemaakt poliovirus.

Het beschermt tegen infectie met difterie- en tetanusbacterie en met het polio-virus. Het wordt gegeven als vaccinatie aan volwassenen bij wie dergelijke infecties zeer ernstig kunnen verlopen. En aan reizigers naar landen waar deze infectieziekten vaker voorkomen.

Het is ook een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Zie hiervoor de tekst DTP-vaccin bij kinderen.

Wat doet DTP-vaccin en waarbij gebruik ik het?

Vaccinaties

Rijksvaccinatieprogramma
Alle kinderen worden via het Rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen difterie, tetanus en polio. Zie hiervoor de tekst DTP-vaccin bij kinderen.

Vaccinatie van risicogroepen
Vaccinatie met het DTP-vaccin wordt aanbevolen voor personen die geen bescherming (meer) hebben van eerdere vaccinaties. En wel een verhoogd risico hebben op een infectie met difterie, tetanus of polio. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • mensen in bepaalde beroepen, zoals in de gezondheidszorg, laboratoriummedewerkers, rioolwerkers, grondarbeiders, hoveniers, land- en tuinbouwers, veehouders, dierenverzorgers, dierenartsen en veldsporters; 
  • mensen die veel in contact komen met personen afkomstig uit gebieden waar deze ziekten heersen, zoals reizigers, vluchtelingen, asielzoekers en adoptiekinderen; 
  • bij mensen die drugs spuiten; 
  • reizigers naar landen waar deze ziektes heersen.

Apotheken, maar ook reisorganisaties, GGD’en, huisartsen en het Landelijk Centrum Reizigersinformatie (www.lcr.nl) kunnen u informeren over de landen waar deze ziekten vooral optreden.

Lees meer over vaccinaties . “

Infecties met bacteriën

Difterie en tetanus worden veroorzaakt door bacteriën.

Difterie
Difterie of ‘kroep’ is een ernstige ziekte waarbij het lichaam reageert op de gifstoffen van de difterie-bacterie. Deze bacterie wordt via hoesten van mens op mens overgebracht.

De ziekte begint meestal met ernstige keelpijn, een ziek gevoel en soms koorts. De slijmvliezen van de keel kunnen opzwellen, waardoor het ademen moeilijk wordt. De difteriebacterie kan ook de hartspier en het zenuwstelsel beschadigen.

De ziekte verloopt vaak zeer ernstig, waardoor behandeling soms te laat komt. Onbehandeld verloopt de ziekte vaak dodelijk. Daarom is vaccinatie nodig.

In Nederland komt difterie nauwelijks meer voor, omdat de meeste mensen als kind gevaccineerd zijn tegen deze ziekte.

Tetanus
Tetanus is een ernstige spierziekte veroorzaakt door de gifstoffen van de tetanusbacterie. U kunt tetanus krijgen door besmetting met deze bacterie. Deze komt voor in aarde, straatvuil en mest van dieren. De bacterie kan via een verwonding in het lichaam komen en zich daar gaan vermenigvuldigen. Dat gebeurt vooral in kleine, diepe wonden en bij dierenbeten.

Tetanus begint meestal met hoofdpijn en spierkrampen in de kaken. Een andere naam voor tetanus is daarom kaakklem. Binnen enkele dagen nemen de spierkrampen toe. Ze verplaatsen zich dan over het hele lichaam. Ook de ademhalingsspieren kunnen verkrampen, waardoor ademen moeilijker gaat. Zonder behandeling is tetanus dodelijk, daarom is vaccinatie nodig.

Difterie en tetanus voorkomen
U kunt tegen difterie en tetanus worden gevaccineerd met een injectie.
Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de gifstoffen van de bacteriën. Als u dan in aanraking komt met die gifstoffen kan uw lichaam deze effectiever onschadelijk maken.

De meeste mensen zijn als kind tegen difterie en tetanus gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma. Na de laatste vaccinatie op het negende jaar houdt de bescherming tegen deze ziektes tien jaar aan. Volwassenen hebben daarom bij een verwonding een tetanus-vaccinatie nodig als de laatste vaccinatie langer dan tien jaar geleden is.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Infecties met virussen

Polio (kinderverlamming) wordt veroorzaakt door het poliomyelitis-virus.

Polio
Polio is de afkorting van poliomyelitis. Deze ziekte kan geheel zonder ernstige verschijnselen verlopen en alleen maar diarree als klacht hebben. Maar bij ongeveer 1 procent van de besmette personen treden blijvende spierverlammingen op. Er bestaat geen behandeling tegen polio. Daarom is vaccinatie nodig. U kunt de ziekte krijgen als u dit virus binnenkrijgt via sporen van menselijke ontlasting. Dit kan door gebruik van besmet water of voedsel.

Polio voorkomen
Tegen deze ziekte kunt u worden gevaccineerd met een injectie. Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen het poliovirus. Als u dan in aanraking komt met dit virus kan uw lichaam dit effectiever onschadelijk maken.

De meeste mensen zijn als kind tegen polio gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma. Na de laatste vaccinatie op het negende jaar houdt de bescherming tegen deze ziekte vijftien jaar aan.

Lees meer over infecties met virussen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de plaats van de injectie, zelden met roodheid, zwelling of harde plek onder de huid.

  • Stijve arm of stijf been waarin geïnjecteerd is.

  • Vermoeidheid

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Griepachtige klachten, zoals hoofdpijn, koorts, spierpijn, verminderde eetlust, misselijkheid of buikpijn.

    Deze klachten duren meestal niet langer dan 1-2 dagen. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

  • Flauwvallen. Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie.

    Meestal gebeurt flauwvallen omdat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie. Dan kunt u de volgende vaccinatie zittend of liggend krijgen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huiduitslag. Meestal is dit onschuldig. Neem bij ernstige jeukende huiduitslag contact op met uw arts. Er kan dan sprake zijn van overgevoeligheid voor het vaccin.

  • Overgevoeligheid. U kunt dat merken aan huiduitslag, galbulten of jeuk. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht of flauwvallen. Waarschuw dan meteen uw arts.

    Bent u overgevoelig? Dan mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik DTP-vaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De onderstaande medicijnen verminderen de werking van het vaccin. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen, zoals betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt bij onder andere reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit vaccin zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U kunt dit medicijn veilig gebruiken. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen zonder nadelige gevolgen voor het kind.

Borstvoeding
U kunt dit vaccin veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit vaccin in de moedermelk terecht komt. Als het in de moedermelk terecht komt, is het niet schadelijk voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
De arts of de verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of dijbeen.

Wanneer?

  • De bescherming tegen tetanus duurt minstens 10 jaar. Als na die tijd een verwonding met bijvoorbeeld straatvuil optreedt, moet opnieuw worden gevaccineerd.
  • Reist u naar een land waar deze infectieziekten vaker voorkomen. En heeft u langer dan tien jaar geleden de laatste DTP-prik gehad? Dan is het aan te raden de DTP-prik te herhalen. Dat moet minstens 3 dagen voor vertrek. Als u als kind niet de volledige serie DTP-injecties heeft gehad, of helemaal niet tegen DTP bent ingeënt, is het nodig 3 injecties te krijgen. Denk er aan dat het vaccin pas voldoende beschermt vanaf 2-3 weken na de laatste inenting.

Is er sprake van hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk verergeren.