Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

deferoxamine

Deferoxamine haalt ijzer en aluminium uit het bloed.

Artsen schrijven het voor bij een vergiftiging met ijzer (ijzerstapeling) of aluminium (aluminiumstapeling) en bij onderzoek naar deze vergiftigingen.

Artsen schrijven het soms voor bij vergiftiging met ijzer bij kinderen en bij kinderen met de ziekte ‘beta-thalassemie major’.

Wat doet deferoxamine en waarbij gebruik ik het?

Vergiftiging

IJzerstapeling

De rode bloedcellen in het bloed bevatten ijzer om zuurstof te vervoeren.

Bij mensen die vaak bloed krijgen (bloedtransfusies), kan daardoor te veel ijzer in het bloed terechtkomen. Dit noemt men een ijzerstapeling. Teveel ijzer in het bloed kan ook ontstaan door een aangeboren ijzerstapelingsziekte. Ook bij mensen met een bepaalde vorm van een huidziekte met blaren (porphyria cutanea tarda), kan ijzerstapeling ontstaan. Dit komt door problemen met de werking van de lever. 

Het teveel aan ijzer kan belangrijke organen beschadigen, zoals het hart en de lever.

Aluminiumstapeling

Bij mensen met erge nierziekte kan er teveel aluminium in het bloed zijn. Het teveel aan aluminium kan de hersenen beschadigen.

Behandeling

Deferoxamine verwijdert het teveel aan ijzer en aluminium uit het bloed. 

Het wordt gebruikt bij:

  • Mensen met een aangeboren ijzerstapelingsziekte als bloed niet kan worden afgenomen om de teveel aan ijzer in het bloed te verwijderen (aderlaten).
  • Mensen met ijzerstapeling door de ziekte ‘porphyria cutanea tarda’.
  • Mensen die bloedtransfusies krijgen voor bloedarmoede.
  • Een ijzervergiftiging die opeens ontstaat.
  • Een aluminiumvergiftiging die al een lange tijd bestaat bij mensen met erge nierziekte die een behandeling krijgen om het bloed schoon te maken als de nieren niet goed werken (hemodialyse) en hierdoor een ziekte van de hersenen hebben (encefalopathie). Of bloedarmoede of een botziekte hebben doordat er teveel aluminium in het bloed zit. 
  • Onderzoek naar ijzer- en aluminiumvergiftigingen.

Het wordt soms ook gebruikt bij kinderen bij:

  • De ziekte 'bèta-thalassemie major', waar bloedtransfusies voor nodig zijn. 
  • Een ijzervergiftiging die opeens ontstaat.
Lees meer over vergiftiging . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Spierpijn en gewrichtspijn.

  • Reacties op de plaats van injectie of infuus, zoals pijn, zwelling, vochtafzetting, rood worden van de huid, jeuk en korstjes. Zeer zelden blaasjes, vocht vasthouden en een branderig gevoel.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten. Dit kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Raadpleeg bij huiduitslag uw arts.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn. Zeer zelden overgeven, buikpijn en diarree.

  • Koorts

  • Groeivertraging en ziektes van de botten bij kinderen bij een hoge dosis. Uw arts zal regelmatig het gewicht en lengte van uw kind onderzoeken.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Gehoorverlies en oorsuizen. Dit gebeurt vooral bij een hoge dosis en bij dialyse. Heeft u hier last van? Stop dan met dit medicijn en raadpleeg uw arts. 

    Uw arts zal voordat u met dit medicijn begint en regelmatig tijdens de behandeling uw gehoor onderzoeken.

  • Wazig zien, minder scherp zien, verandering in uw gezichtsvermogen, nachtblindheid en kleurenblindheid. Dit gebeurt vooral bij een hoge dosis en bij dialyse. Heeft u hier last van? Stop dan met dit medicijn en raadpleeg uw arts. 

    Uw arts zal voordat u met dit medicijn begint en regelmatig tijdens de behandeling uw gezichtsvermogen onderzoeken. 

  • Ontsteking van de oogzenuw. U kunt last hebben van opeens wazig zien in 1 of soms beide ogen, kleuren anders gaan zien of pijn rond uw oog. Heeft u hier last van? Waarschuw dan uw arts.

  • Astma. U kunt last hebben van benauwd zijn, piepend ademhalen, hoesten en moe zijn. Raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Raadpleeg dan uw arts.  

    • Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. 
    • In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige huidaandoening met blaren op de huid. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    • Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
  • Zenuwstelselproblemen. U kunt last hebben van duizelig zijn en een tintelend, prikkelend of doof gevoel. Ook kan zenuwbeschadiging ontstaan. Krijgt u last van een doof of tintelend gevoel in de huid? Raadpleeg dan uw arts. 

    Bij mensen die hemodialyse krijgen om het bloed schoon te maken, kan een vorm van hersenziekte door aluminium ontstaan of erger worden. 

  • Kramp in de spieren rond de luchtwegen. Krijgt u last van plotseling opkomende kortademigheid? Waarschuw dan uw arts.

  • Vocht vasthouden in de longen. U merkt dit aan benauwdheid, moeite met ademen en hoesten. Heeft u hier last van? Waarschuw dan uw arts.

  • Minder witte bloedcellen en minder bloedplaatjes. Waarschuw uw arts bij koorts, keelpijn en blaasjes in de mond en bij bloedneuzen en blauwe plekken.

  • Een vorm van erge schimmelinfectie van de holten rond de neus en ogen, hersenen of longen. U kunt last krijgen van hoofdpijn, koorts en aanvallen van erge pijn in uw gezicht. Stop dan met dit medicijn en waarschuw onmiddellijk uw arts.

    Dit ontstaat vooral bij mensen met een verminderde afweer, diabetes en bij mensen die dialyse krijgen om het bloed schoon te maken.

  • Een vorm van ontsteking van de maag en darmen. Dit ontstaat door een bepaalde bacterie, Yersinia.

    • Bij een lichte vorm van deze ontsteking kunt u last hebben van koorts, diarree en buikpijn. Soms zit er ook bloed in uw poep. 
    • Bij een ergere vorm kunt u last hebben van pijn rechtsonder in uw buik, koorts, misselijk zijn, overgeven, diarree en erge gewichtsverlies.
    • Heeft u hier last van? Stop dan met dit medicijn en waarschuw onmiddellijk uw arts.
  • De nierwerking gaat plotseling achteruit. Dit merkt u aan minder plassen en donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht. Waarschuw uw arts als u hier last van heeft. Uw arts zal regelmatig uw nierfunctie controleren.

  • Epileptische aanvallen. Mensen met epilepsie hebben kans dat zij meer aanvallen krijgen. Dit gebeurt vooral bij mensen die dialyse krijgen om het bloed schoon te maken en een aluminiumvergiftiging hebben. Overleg hierover met uw arts.

  • Spiertrekkingen 

  • Te snelle werking van de bijschildklieren. Vaak merkt u hier weinig van. Soms kunt u last hebben van moe zijn, dorst, misselijk zijn, verward zijn en somber zijn. Merkt u dat u hier last van heeft? Raadpleeg dan uw arts. 

  • Een roodbruine kleur van uw plas en andere kleur van uw poep. Dit is onschuldig.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik deferoxamine gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Extra vitamine C (ascorbinezuur). De combinatie van veel vitamine C met deferoxamine kan schadelijk zijn voor uw hart. Gebruik geen vitamine C tijdens de eerste maand dat u deferoxamine krijgt. Overleg met uw arts als u extra vitamine C gaat slikken. De arts kan voor u bepalen hoeveel vitamine C veilig is. U mag niet meer dan 200 mg vitamine C per dag slikken.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden, alcohol drinken en alles eten?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor zwangere vrouwen en hun baby. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

Borstvoeding

Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Er zijn niet veel vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt tijdens het geven van borstvoeding. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

U krijgt dit medicijn via een infuus in uw bloedvat of onder uw huid, via een injectie in uw spier of als u peritoneaal dialyse (buikvliesdialyse) krijgt om bloed schoon te maken via een buisje dat naar uw buikholte loopt (buikkatheter).

  • Via een infuus onder uw huid

Moet u dit medicijn een lange tijd achter elkaar gebruiken? U kunt dan een infuuspomp krijgen die u bij u kunt dragen. U krijgt het medicijn dan via een infuus onder uw huid. U kunt de infuuspomp 8 tot 12 uur lang dragen, bijvoorbeeld in de nacht.

U krijgt van uw arts of verpleegkundige van het ziekenhuis een uitgebreide instructie over het infuuspomp. Vraag om een extra uitleg als u nog vragen heeft over hoe u het infuuspomp moet gebruiken. Het gebruik van een infuuspomp is niet eenvoudig.

  • Via een infuus in uw bloedvat of injectie in uw spier

Dit medicijn wordt in het ziekenhuis gegeven door een gespecialiseerde verpleegkundige of arts.

  • Via een buisje dat naar uw buikholte loopt (buikkatheter)

Krijgt u peritoneaal dialyse (buikvliesdialyse) om uw bloed schoon te maken? Dan kunt u dit medicijn ook zelf via het buisje in uw buik gebruiken. Doe dit vóór de laatste wisseling van de dag. U krijgt van uw arts of verpleegkundige van het ziekenhuis een uitgebreide instructie over hoe u dit medicijn peritoneaal kunt gebruiken. Vraag om een extra uitleg als u nog vragen heeft.

Wanneer en hoelang?

Uw arts bepaalt wanneer en hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Het hangt af van uw ziekte.