Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

cyclofosfamide

Cyclofosfamide is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt ook de lichaamseigen afweer.

Artsen schrijven het voor als chemotherapie bij bepaalde vormen van kanker, zoals

  • bloedkanker (leukemie en de ziekte van Waldenström);
  • lymfeklierkanker (non-Hodgkin lymfoom, ziekte van Hodgkin);
  • beenmergkanker (ziekte van Kahler);
  • borstkanker;
  • eierstokkanker (ovariumcarcinoom);
  • longkanker;
  • botkanker (Ewing-sarcoom);
  • kanker in het zenuwstelsel (neuroblastoom);
  • melanoom (huidkanker).

Artsen schrijven cyclofosfamide ook voor bij ziekten waarbij het afweersysteem per ongeluk de eigen lichaamscellen aanvalt:

  • bepaalde nierziekten (nefrotisch syndroom, syndroom van Goodpasture, lupus-nefritis, idiopathische membraneuze nefropathie IMN);
  • lupus erythematodes (LE);
  • bloedarmoede door hemolytische anemie;
  • vaatwandontsteking (vasculitis, de ziekte van Wegener);
  • bepaalde ernstige huidaandoeningen (pemphigus vulgaris, toxische epidermale necrolyse (TEN) en Stevens-Johnson-syndroom).

Wat doet cyclofosfamide en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen ongeremd groeien. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling van veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Artsen schrijven cyclofosfamide voor bij:

  • Lymfeklierkanker, een kanker in het lymfestelsel. Het lymfestelsel bestaat uit de lymfeklieren, de milt, amandelen, het beenmerg en de zwezerik (thymus). Voorbeelden van lymfeklierkanker zijn de ziekte van Hodgkin en het non-Hodgkin-lymfoom.
  • Leukemie, een vorm van bloedkanker waarbij er te veel van een bepaald soort witte bloedcellen in het bloed aanwezig is. Voorbeelden zijn chronische lymfatische leukemie (CLL), acute lymfatische leukemie (ALL), chronische myeloïde leukemie (CML) en acute myeloïde leukemie (AML).
  • Ziekte van Waldenström. Hierbij produceren witte bloedcellen te veel van een bepaald type eiwit. Deze eiwitten komen in het bloed, waardoor ze ziekteverschijnselen veroorzaken.
  • Borstkanker, die uitgezaaid is.
  • Eierstokkanker (ovariumkanker) in een vergevorderd stadium.
  • Longkanker.
  • Ziekte van Kahler (multipel myeloom), een kanker van het beenmerg. In het beenmerg worden de bloedcellen aangemaakt en aan het bloed afgegeven. Bij de ziekte van Kahler vermenigvuldigen bloedcellen uit het beenmerg zich zomaar. Hierdoor werken ze de aanmaak van andere, gezonde, bloedcellen tegen. Bovendien tasten ze daar het botweefsel aan.
  • Neuroblastoom, een tumor van het zenuwstelsel die vooral bij kinderen voorkomt.
  • Ewing-sarcoom, een vorm van botkanker die vooral bij kinderen voorkomt.
  • Verder schrijven artsen cyclofosfamide soms voor bij allerlei soorten kanker waarbij stamceltherapie of beenmergtransplantatie nodig is. Bij deze behandelingen worden uw eigen beenmergcellen vervangen door beenmerg- of stamcellen van uzelf of van een donor.
  • Tot slot soms bij melanoom (huidkanker).

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
Bij een celdeling ontstaan uit één cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen hebben dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen, zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand). 

Andere  klachten kunnen zijn:

  • Bij lymfeklierkanker: zwellingen in hals, oksels en liezen, koorts en nachtelijk zweten.
  • Bij leukemie: zwellingen in hals, oksels en liezen. Ook kunt u een vergrote milt en lever krijgen. Dat voelt u soms als pijn linksboven in de buik. Verder vaker infecties, bloedneuzen en blauwe plekken.
  • Bij borstkanker: knobbeltjes in de borst, ingedeukte huid of juist rode en gezwollen huid, vocht uit de tepel en ingetrokken tepel.
  • Bij kanker van eierstokken: vaginaal bloedverlies, buikpijn of een opgeblazen gevoel.
  • Bij longkanker: hoesten, pijn op de borst en kortademigheid.
  • Bij de ziekte van Kahler (multiple myeloom): botpijn in rug, ribben, nek of bekken en botbreuken, vaker infecties, bloedneuzen en bloedend tandvlees.
  • Bij neuroblastoom: de klachten hangen af van de plaats van de tumor, zoals buikpijn, een opgezette buik, misselijkheid, zwelling in de hals, benauwdheid, problemen met plassen, verstopping, botpijn of pijnlijke gewrichten.
  • Bij Ewing-sarcoom: pijn en zwelling van het aangedane bot en sneller botbreuken.
  • Bij melanoom: een moedervlek met grillige rand, die langzaam of snel groter of dikker wordt. Hij kan verkleuren, ontsteken, bloeden of jeuken.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Cyclofosfamide kan alleen of in combinatie met andere medicijnen tegen kanker worden gebruikt.
Cyclofosfamide wordt ook gebruikt voor stamceltherapie of beenmergtransplantatie. Het vernietigt de zieke beenmergcellen. Na de transplantatie zitten ze zo de gezonde donorcellen niet in de weg.

Werking
Cyclofosfamide bindt zich aan het DNA in de cellen. De cellen kunnen zich hierdoor niet meer delen. De kanker wordt zo tot staan gebracht.

Lees meer over kanker . “

Nierziekten

Cyclofosfamide wordt gebruikt bij bepaalde nierziekten, waarbij er ontstekingen zijn in de nieren. Deze ontstekingen worden veroorzaakt doordat de lichaamseigen afweer de eigen lichaamscellen aanvalt, in dit geval van de nieren.

Voorbeelden van deze nierziekten zijn onder meer:

  • lupus-nefritis. Bij de ziekte Lupus Erytematodes (LE) richt het afweersysteem zich tegen de eigen lichaamscellen. Hierdoor ontstaan ontstekingen in huid en gewrichten, maar soms ook in de nieren. De nieren raken dan beschadigd.
  • glomerulo-sclerose. Hierbij raken de cellen van de “filters” in de nieren beschadigd.
  • syndroom van Goodpasture. Bij deze ziekte valt het afweersysteem bepaalde cellen in nieren en longen aan.
  • idiopathische membraneuze nefropathie (IMN). Bij deze ziekte zijn de filters in de nieren verdikt. Deze verdikking is het gevolg van littekens door ontstekingen.   
  • ziekte van Wegener. Bij deze ziekte zijn de wanden van de bloedvaten ontstoken in bepaalde organen, zoals neus, longen en nieren.

Verschijnselen
Als gevolg van bovenstaande nierziekten ontstaan verschijnselen die “nefrotisch syndroom” worden genoemd. Doordat de filters in de nieren niet goed meer werken gaan waardevolle eiwitten via de urine verloren. Als beide nieren niet goed meer werken kunt u last krijgen van oedeem (vochtophoping rond de enkels of benauwdheid), donkere of schuimende urine, spierkrampen, jeuk of ernstige vermoeidheid.

Behandeling
Meestal schrijft de arts medicijnen voor om de ontstekingen te remmen. Bijvoorbeeld bijnierschorshormonen, zoals prednisolon of methylprednisolon, soms gecombineerd met afweeronderdrukkers, zoals cyclofosfamide. Meestal is een kuur van enkele maanden tot enkele jaren voldoende om de ziekte te genezen.

Werking
Cyclofosfamide remt de lichaamseigen afweer tegen de niercellen. De ontsteking verdwijnt hierdoor.

Lees meer over nierziekten . “

Vaatwandontsteking

Een ontsteking van de wand van bloedvaten wordt ook wel vasculitis genoemd. Deze ontstekingen kunnen in het hele lichaam voorkomen of in een bepaald deel van het lichaam. 
Vaak is de oorzaak een fout in het afweersysteem, waarbij de afweer zich richt tegen de eigen cellen van de vaatwand. Hierdoor raakt de wand van de bloedvaten ontstoken. Door littekens op de vaatwand worden de bloedvaten geleidelijk nauwer. Het bloed kan minder goed doorstromen, waardoor organen en weefsels minder goed werken.

Verschijnselen
Algemene verschijnselen zijn vermoeidheid, koorts en gewichtsverlies. Verder kunnen andere klachten ontstaan, afhankelijk van de plaats waar de vaatwandontsteking zit. Bijvoorbeeld huidklachten, gewrichtspijn of buikpijn.

Behandeling
Meestal schrijven artsen bijnierschorshormonen (corticosteroïden) voor, samen met cyclofosfamide. Beide medicijnen onderdrukken de lichaamseigen afweer. Dit remt de ontstekingen.

Lees meer over vaatwandontsteking . “

Ziekte van Wegener

De ziekte van Wegener is een vorm van vaatwandontsteking in neus, longen en nieren. De eerste verschijnselen zijn langdurige verkoudheid, aanhoudende bijholteontsteking, neusverstopping en neusbloedingen.

Zie  verder Vaatwandontsteking.

Lees meer over ziekte van wegener . “

Lupus Erythematodes (LE)

Cyclofosfamide wordt gebruikt bij systemische lupus erythematodes (SLE).

Verschijnselen
Lupus erythematodes, ook wel LE genoemd, is een chronische ontsteking van de huid. Behalve de huid kunnen ook gewrichten, nieren, longen en andere organen ontstoken zijn. Dan noemt men het wel ‘systemische LE’ of ‘SLE’. De ziekte komt in aanvallen, maar kent ook rustige periodes.

Een aanval lijkt op een ernstige griepperiode met koorts, spier- en gewrichtspijn en vermoeidheid. Ook komen er meestal huidafwijkingen voor, zoals rode vlekken in het gezicht en verschillende soorten huiduitslag.

Oorzaak
SLE is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het afweersysteem de eigen lichaamscellen aanvalt, in dit geval van de huid, gewrichten, nieren en longen. Hierdoor ontstaan ontstekingen. Het is onbekend waarom het lichaam zich keert tegen de eigen cellen.

Behandeling
De ontstekingen worden meestal behandeld met bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals prednisolon. Deze remmen de ontstekingen. Werken deze onvoldoende en heeft u erg veel last? In dat geval zal de arts vaak ook cyclofosfamide voorschrijven.

Werking
Cyclofosfamide vermindert de afweer van het lichaam tegen de eigen cellen. Het vermindert de ontsteking en remt de ziekte af. Uw klachten verminderen hierdoor.

Meestal gebruikt u het tijdens een aanval in hoge dosering, samen met corticosteroïden (bijnierschorshormonen). Na enkele dagen tot weken is een lagere dosering voldoende. Het onderdrukt dan een groot deel van de verschijnselen. U gebruikt het dan meestal langere tijd en ook in combinatie met corticosteroïden.

Lees meer over lupus erythematodes (le) . “

Bloedarmoede

Cyclofosfamide wordt gebruikt bij hemolytische anemie. Bij deze ziekte valt de lichaamsafweer de eigen rode bloedcellen aan. Hierdoor zijn er te weinig rode bloedcellen in het bloed en ontstaat bloedarmoede (anemie).

Door de bloedarmoede bent u vermoeid, kortademig en zwak, en kunt u er bleek uitzien.

Behandeling
De arts zal met medicijnen proberen de eigen afweer van het lichaam te remmen. Dat gebeurt meestal met bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals prednisolon. Soms gecombineerd met andere afweeronderdrukkers, zoals cyclofosfamide.

Werking
Cyclofosfamide vermindert de afweer tegen eigen rode bloedcellen. Hierdoor gaan minder rode bloedcellen kapot en verminderen de verschijnselen van bloedarmoede.

Lees meer over bloedarmoede . “

Voorkomen van afweerreacties

Lees meer over voorkomen van afweerreacties . “

Overige huidaandoeningen

Cyclofosfamide wordt ook gebruikt bij ernstige huidaandoeningen die zijn veroorzaakt door ontstekingen. Bijvoorbeeld de volgende aandoeningen:

  • Pemphigus vulgaris, een ernstige huidaandoening waarbij de huid en slijmvliezen met blaasjes en blaren overdekt raken.
  • Syndroom van Stevens-Johnson en toxische epidermale necrolyse. Dit zijn zeer ernstige huidziekten met blaren op huid en slijmvliezen, koorts, ontstoken ogen en een ziek gevoel. Deze aandoeningen zijn meestal het gevolg van een bijwerking van andere medicijnen. 

Werking
Cyclofosfamide onderdrukt de ontstekingen, waardoor de huidziekten kunnen genezen.

Lees meer over overige huidaandoeningen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen of cellen van het afweersysteem, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de meeste bijwerkingen na de kuur geleidelijk over.

Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u te veel last heeft van één van de ondergenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hieronder staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Haaruitval en kaalheid. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar.

    Na de behandeling zal het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes. Hierdoor kunnen bloedarmoede, bloedingen en infecties ontstaan. De infecties zijn bijvoorbeeld griep, verkoudheid, keelontsteking, longontsteking, blaasontsteking, schimmelinfecties of huidinfecties, zoals steenpuisten.

    Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. Soms zijn er medicijnen mogelijk om de aanmaak van bloedcellen te stimuleren. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren.
    Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn, koude rillingen, hoesten, benauwdheid, blaasjes in de mond en keel, pijn bij het plassen, bloed in de urine, bloedneuzen, onverklaarbare blauwe plekken en extreme vermoeidheid.

  • Ontsteking van het slijmvlies in de blaas. Dit merkt u aan pijn bij plassen en vaak moeten plassen.

    U heeft hier minder last van als u het medicijn 's ochtends inneemt met veel water en als u ook de rest van de dag veel drinkt. Door veel te drinken plast u overdag meer en vaker, waardoor het medicijn sneller uit de blaas is. Het kan dan minder de blaas irriteren. Soms schrijft de arts een medicijn voor om de blaas te beschermen tegen de inwerking van cyclofosfamide.
    Bij bloed in de urine moet u meteen het gebruik stoppen en een arts waarschuwen.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Pijnlijke mond, tong of keel, veranderde smaak. Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen.

    Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om regelmatig op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de behandeling. Tijdens de kuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig om vóór u aan de kuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

    • Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid
    • Bij vrouwen kan cyclofosfamide de geslachtshormonen beïnvloeden. Hierdoor raakt de menstruatie verstoord of begint de overgang eerder. De menstruatie kan uitblijven, langer duren of er kunnen tussentijdse bloedingen optreden.
    • Bij sommige mannen kan de vorming van zaadcellen stoppen, waardoor zij onvruchtbaar worden. Bespreek met uw arts de mogelijkheid om zaadcellen te laten invriezen voordat u aan de behandeling begint.
    • Kinderen, zowel jongens als meisjes, kunnen blijvend onvruchtbaar worden, omdat cyclofosfamide de ontwikkeling van de geslachtsorganen kan verstoren. Ook kan de puberteit eerder of juist later intreden.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, verstopping en misselijkheid. Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen.
     

    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
    Zelden een ernstige diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig uitdroging te voorkomen met medicijnen tegen diarree of met een vochtinfuus.
    Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Zwak gevoel, vermoeidheid, hoofdpijn

  • Donkere verkleuring van huid en nagels, huiduitslag, ontstoken rode huid, jeuk

    Als u ook bestraald wordt, kan uw huid op die plaats extra rood worden. Huiduitslag kan ook wijzen op overgevoeligheid voor dit medicijn (zie Overgevoeligheid). Raadpleeg daarom bij huiduitslag altijd uw arts.

  • Doofheid, duizeligheid, oorsuizen

  • Wazig zien, pijnlijke ontstoken ogen

  • Beschadiging van de zenuwen. Dat merkt u aan pijnlijke handen of voeten, branderige pijn, doof of tintelend gevoel in armen of benen.

    Raadpleeg dan uw arts.
    In zeldzame gevallen kunnen stuipen ontstaan. Waarschuw dan ook een arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. Raadpleeg dan uw arts.
    In zeldzame gevallen kunt u duizelig worden of flauwvallen. Of u kunt een zwelling krijgen van gezicht, lippen, mond en keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Verder kunt u een ernstige huidaandoening krijgen. U merkt dat aan blaren op huid en slijmvliezen, koorts, ontstoken ogen en een ziek gevoel.

    Stop in deze gevallen het gebruik en waarschuw direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent voor cyclofosfamide, mag u het niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Het hand-voet-syndroom. Hierbij raken de handen en voeten rood en opgezwollen met pijn, branderig gevoel, kloven, blaren, eelt of vervellen.

    Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen krijgt. Tips om deze klachten te voorkomen: gebruik een vochtinbrengende crème op uw handen en voeten. Breng de crème voorzichtig op. Wrijf hem niet in, want dan krijgt u sneller last van blaren. Draag schoenen die goed passen en niet knellen. Soms helpt het als u eelt laat verwijderen. Laat dat doen door een gespecialiseerde pedicure. Overleg dit met uw arts.

  • Ernstige longziekte (longfibrose) met benauwdheid en hoesten

    Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.

  • Hartritmestoornissen, zoals snelle hartslag of hartkloppingen. Verder ontsteking van de hartspier en verminderde pompkracht van het hart. Mensen met hartfalen kunnen meer last krijgen van hun klachten.

    Uw arts zal de werking van het hart regelmatig controleren. Waarschuw uw arts als u dikke voeten of enkels krijgt of benauwd wordt.

  • Beschadiging van spieren, spierkrampen. In zeer zeldzame gevallen kan dit medicijn de spieren aantasten, waardoor ook een nieraandoening kan ontstaan. Neem bij onverklaarbare spierpijn en donkere urine contact op met uw arts.
    Waarschuw ook uw arts bij koorts en uitdroging (te merken aan dorst, slaperigheid een snelle hartslag en niet of weinig plassen).

  • Sepsis. Dit is een hevige reactie van het lichaam op een infectie met bacteriën, virussen of schimmels. U merkt het aan koorts of juist een te lage temperatuur, snelle ademhaling en snelle hartslag. Waarschuw dan direct een arts.

  • Meer kans op andere vormen van kanker

    Cyclofosfamide kan het DNA in de cellen aantasten, waardoor in zeldzame gevallen juist kanker kan ontstaan. Uw arts zal samen met u de voordelen van het gebruik afwegen tegen het risico.

  • Verminderde leverwerking, ontsteking van de lever of van de alvleesklier. Raadpleeg uw arts als uw huid of uw oogwit geel kleuren of als u hevige pijn boven in de buik voelt.

    Uw arts zal de werking van uw lever regelmatig controleren.

  • Trombose. Dit kunt u herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been. Soms merkt u het aan plotselinge kortademigheid, of pijn vastzittend aan de ademhaling.

    Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts of ga meteen naar de Eerste-hulpdienst.

  • Bij het infuus of de injectie: pijn of ontsteking op de plaats van de infuusnaald of van de injectienaald

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik cyclofosfamide gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘Samenstelling’.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Cyclofosfamide vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere griepvaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenytoïne en valproïnezuur. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressiviteit. Cyclofosfamide kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Uw arts zal de hoeveelheid van deze medicijnen in uw bloed controleren en de dosering eventueel aanpassen.
  • Het afweeronderdrukkende medicijn ciclosporine. Cyclofosfamide vermindert de werkzaamheid van ciclosporine. Uw arts zal de hoeveelheid ciclosporine in het bloed controleren en de dosering eventueel aanpassen.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Cyclofosfamide kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Meld de trombosedienst als u begint met cyclofosfamide, als de dosering verandert of als u stopt met cyclofosfamide.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
In zeldzame gevallen kunt u door dit medicijn vermoeid of duizelig worden of wazig gaan zien. Dat kan uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maag en darmen. U heeft daardoor meer kans op bijwerkingen van dit medicijn op uw maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder ‘Klachten & ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het medicijn een aangeboren afwijking bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot 12 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Van dit medicijn komt veel in de moedermelk terecht. Het kan ernstige bijwerkingen bij het kind veroorzaken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Tabletten

  • Slik de tabletten heel door met een heel glas water. De tabletten niet kauwen.
  • Breek de tabletten niet door. Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte tabletten? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
  • Voorkom dat poeder van de tabletten zich door het huis verspreidt, anders kunnen uw huisgenoten er mee in aanraking komen.
  • Krijgt u wat poeder uit gebroken tabletten op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico’s tot het minimum.

Infuus of injectie
Meestal krijgt u dit medicijn in het ziekenhuis of in de polikliniek toegediend door een gespecialiseerde verpleegkundige. Een infuus kan een half uur tot 2 uur duren.

Krijgt u dit medicijn thuis toegediend door de verpleegkundige? U zult merken dat de verpleegkundige zo hygiënisch mogelijk zal werken. Dit om te voorkomen dat de verpleegkundige zelf of uw huisgenoten in contact komen met het middel. De procedure houdt het volgende in.

  • Handen wassen voor en na het klaarmaken en toedienen van het infuus of de injectie.
  • Het gebruiken van wegwerpmatjes om morsen te voorkomen.
  • Het gebruiken van wegwerpdoekjes om gemorst materiaal op te nemen.
  • Alle gebruikte spuiten en naalden gaan in een speciale kunststof afvalcontainer (deze kunt u bij de apotheek verkrijgen, een volle container is hier in te leveren).
  • Alle andere gebruikte materialen gaan in een dubbele afvalzak en kunt u met het huisvuil weggooien. Zorg ervoor dat kinderen niet bij de afvalzak kunnen komen!

Wanneer?

Gebruik dit medicijn ’s ochtends. En drink daarna veel vocht. U kunt dan gedurende de dag een aantal keer plassen. Het medicijn blijft zo niet te lang in de blaas. Het kan namelijk de blaas beschadigen als het lang in de blaas blijft. Als u het ’s avonds zou gebruiken, zou het te lang duren voor u uw blaas leegt.

Hoelang?
Het is afhankelijk van de aandoening hoelang u dit medicijn moet gebruiken.

  • Kanker: het is afhankelijk van het type kanker hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Dat kan variëren van elke dag een lage dosis tot enkele dagen per maand een hoge dosis. Vraag uw arts om een toedienschema, als u dit medicijn bij kanker gebruikt.
  • Stamceltherapie: de behandeling met dit medicijn duurt meestal enkele dagen.
  • Nierziekten: een kuur duurt meestal 3 tot 6 maanden, waarbij u dit medicijn meestal dagelijks gebruikt. Soms gebruikt u cyclofosfamide afwisselend met andere medicijnen, zoals bijnierschorshormonen (corticosteroïden).
  • Systemische lupus erythematodes (SLE) en bloedarmoede (hemolytische anemie): de behandeling met dit medicijn duurt meestal een aantal jaar, waarbij u dit medicijn één keer per maand of één keer per 3 maanden gebruikt.
  • Vaatwandontsteking, zoals de ziekte van Wegener: als de ziekte tot staan is gebracht, zal de arts de dosering meestal in een jaar tijd langzaam afbouwen.
  • Ernstige huidaandoeningen, zoals Stevens-Johnson syndroom, toxische epidermale necrolyse en pemphigus vulgaris: meestal krijgt u één keer één dosis.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voorkom dat uw directe omgeving, zoals huisgenoten, in aanraking komt met uw lichaamsvloeistoffen. U mag elkaar wel aanraken, zoals bij knuffelen en zoenen. Het gaat alleen om maatregelen in verband met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het medicijn hierin aanwezig is. De mensen die u verzorgen zullen bij uw verzorging altijd wegwerphandschoenen dragen.

Neem daarom tot 3 dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.